Joris Vanvinckenroye

Joris Vanvinckenroye studeerde contrabas aan het Koninklijk conservatorium van Antwerpen. Joris was één van de oprichters en bezielers van Troissoeur; een groep die tussen 2000 en 2007 een belangrijke plaats innam in het Vlaamse muzieklandschap. Hij speelde met Troissoeur een 400-tal concerten in binnen- en buitenlan en nam enkele CD’s op die uitkwamen op Emi. Joris werkte met deze groep samen met artiesten als Sandy Dillon, Daniel B, Satoshi Takeishi, ...

In 2002 richtte Joris de akoestische, instrumentale avant-folk groep Aranis op. Aranis groeide al snel uit tot een eigenzinnige kamermuziekgroep die in 2007 bekroond werd met de Jeugd en muziekprijs voor kamermuziek en de Klara tandemtrofee.

Aranis bracht totnogtoe 6 full albums’s uit.

Zij speelde meer dan 300 concerten in België, Nederland, Duitsland, Polen, Tsechië, Frankrijk, Portugal, Zweden, Japan, Verenigd Koninrijk en Verenigde Staten.

Joris werkte mee aan de opnames van ‘Chansons pour le fin d’un jour’, van violist en componist Wouter Vandenabeele samen met Ertan Tekin (Duduk) en Emre Gültekin (Saz) en speelde mee met het wereldmuziekorkest Olla Vogala en andere projecten van Wouter Vandenabeele.

Hij werkte ook mee als contrabassist aan de productie Adana (2015), een productie van muziekpublique.

In 2007 startte hij een solo project onder de naam BASta!

In 2009 werd een eerste BASta! cd uitgebracht onder de naam Cycles.

Met dit concept werkte hij mee als componist en contrabassist aan verschillende multidisciplinaire producties. Twee producties van Retina dance company: Antipode (2009-2011), en If A then C (2014) en twee producties van compagnie Rode Boom: Gehoornde man (vanaf 2009) en Ongekende evidenties (vanaf 2015). Met deze producties speelde hij vele voorstellingen op internationale festivals in Europa.